Tekst 39: Thermopylai
Xerxes, de koning van de Perzen, trok op tegen de Grieken, maar het leger werd tegengehouden op een smalle doorgang, waarvan de naam Thermopylai was. Want de Grieken wachtten daar de barbaren op. Ook waren soldaten uit vele steden aanwezig, die allemaal hun eigen aanvoerders hadden, maar het meest werd de aanvoerder van de Spartanen, Leonidas, bewonderd, die de bevelhebber van het hele Griekse leger was.
Xerxes was volstrekt niet in staat de Grieken weg te drijven terwijl zij de smalle doorgang bewaakten, hoewel zijn leger veel groter was. Toen de koning zich geen raad wist benaderde ene Ephialtes, die, omdat hij hoopte een grote beloning te ontvangen, de Perzen het pad, dat door de bergen naar Thermopylai voerde, toonde. Onmiddellijk stuurde Xerxes een legereenheid over het pad.
Toen Leonidas vernam dat de vijand van beide kanten naderde, begreep hij dat de nederlaag onvermijdelijk was. Ook stuurde hij weliswaar de meeste van de bondgenoten weg naar huis, omdat hij hen uit de dood wilde redden, maar hij zelf bleef met driehonderd Spartanen, de doorgang bewakend. Toen was de strijd vreselijk. De Spartanen doodden zeer veel van de barbaren, zich bewust zijnde van hun dood, weliswaar dapper strijdend, maar tenslotte vielen allen in de strijd. De helden werden begraven op de plek waar ze gevallen waren. Voor hen werd een grafsteen gemaakt, die dit opschrift had: "Vreemdeling, bericht Sparta dat wij hier liggen, in gehoorzaamheid aan hun bevelen."