Les 5: Ignis Vestae
Aemilia is een Vestaalse Maagd. Zij leeft al reeds 30 jaar in het huis van de Vestaalse Maagden. Claudia en Metella zijn meisjes. Kort geleden zijn ze Vestaalse Maagden geworden. Aemilia onderwijst hen over de taak van de maagden. Zij zegt de meisjes: "Aan ons is het de taak het vuur van Vesta te bewaken. Het vuur van Vesta moet branden, want Vesta beschermt de burgers van Rome, zolang het vuur brand. Als echter het vuur niet brand, beschermt de godin het volk niet.
Zolang Aemilia afwezig is, bewaken de meisjes het vuur. Ze halen het as weg, voegen hout toe. Eerst doen de meisjes wat ze moeten doen. Aemilia is echter een lange tijd afwezig, Het verveelt de meisjes om het vuur te bewaken. Metella zegt Claudia: "Het is onst vast wel toegestaan om eventjes weg te gaan.". De meisjes naderen het Atrium. De zon brandt, de rozen geuren. De meisjes spelen. Zij verwaarlozen de opdracht. Eindelijk komt Aemilia. Ze gaat meteen naar het vuur, maar er ligt alleen maar as op het altaar! Aemilia roept de meisjes. Claudia en Metella komen. Zij huilen, want ze vrezen straf.
De opperpriester komt. Aemilia toont hem het as: "Het is mijn schuld dat het vuur is uitgedooft." Zij zwijgt over de meisjes. De opperpriester schreeuwt: "Door jouw schuld zijn de burgers van Rome in gevaar. Daarom staat er straf voor jou te wachten." Aemilia plaatst een doek bovenop het as. Ze smeekt de godin Vesta om hulp. De godin geeft Aemilia een teken: kijk, er komen vlammen uit het as omhoog! Het steekt de linnen doek in brand. Er groeien reeds vlammen. Spoedig brandt het vuur van Vesta zoals altijd. De opperpriester lacht: "Aemilia, de godin geeft jou steun: ze spreekt je vrij van straf!"