Regnum tekst 3 (versie 3)
Romulus en Remus besluiten de stad te bouwen op de heuvels bij de rivier. Daar is de plaats waar ze wonen met Faustulus. Faustulus is de vader van de broers, zoals de echtgenote de moeder is. Remus zegt tegen Romulus: 'mij bevalt de naam Rema of wil je liever Roma? Romulus lacht: 'eerst plaatsen we muren wij moeten later een naam geven aan de stad. Begin maar met rotsen verzamelen, want de mannen maken een muur. Remus is boos. hij schreeuwt: 'het is niet toegestaan aan jou om mij opdrachten te geven. alleen de koning geeft bevelen. Jij bent toch niet de koning? Romulus : jij ook niet! De broers vragen de goden advies over het koningschap. Romulus gaat naar de heuvel de Palatijn, terwijl Remus al tussen de bomen op de heuvel de aventijn staat. De broers zwijgen. Ze kijken naar de hemel. Eindelijk ziet Romulus zes vogels. Het volk schreeuwt: 'De goden geven steun aan Romulus! Ze overhandigen Romulus het koningschap. Remus hoort het geschreeuw. Hij huilt want hij denkt: waarom beschermen de goden mij niet? maar plotseling bieden de goden Remus ook het koningschap: 'ze sturen twaalf vogels! De broers weigeren het volk te verdelen. Daarom zijn ze samen koningen