Hoofdstuk 7, tekst 8: Zo vader, zo zoon
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 O vader Vibennius, beste van de badhuisdieven en zoon, hoerenjongen (immers de vader heeft een nog smeriger rechterhand en de zoon een nog vraatzuchtiger achterste): 5 waarom gaan jullie niet in ballingschap en naar ellendige streken, aangezien de roverijen van de vader aan het volk bekend zijn en jij, zoon, je behaarde billen voor geen cent te koop kunt aanbieden?