1.4b Je leeft maar één keer (bovenbouw)
14. Ik was niets, ik ben niets. En jij, die leeft,
eet, drink, speel, kom.
15. Wees aanwezig, vrienden, laten wij genieten van een goede tijd,
laten wij blij feest vieren, zolang als het leven een klein stukje blijft,
terwijl wij dronken zijn door de wijn, zal de vriendschap vrolijk zijn.
Zij hebben allen hetzelfde gedaan zolang zij hebben geleefd,
ze gaven en ze ontvingen, zolang ze waren, genoten ze.
En laten wij de tijden van de mensen van vroeger nabootsen.
Leef, zolang je leeft, en weiger niets toegeeflijk te zijn met je verstand, die god je leende.
16. Zolang ik heb geleefd, dronk ik graag. Drink jullie, jullie die leven!
17. Badhuizen, wijn, Venus bederft onze lichamen,
maar badhuizen, wijn en Venus maken het leven.