Tekst 14 Een houten paard
TEKST 14: EEN HOUTEN PAARD
1. Snel vernamen de Trojanen dat de Grieken niet meer aanwezig waren.
2. Ze waren blij en gingen overal heen:
3. sommigen gingen naar de plaats, waar
4. altijd de tenten van de Grieken waren geweest, anderen naar het strand,
5. waar de schepen waren geweest. Daar zagen ze een heel groot houten
6. paard. Ze verwonderden het zich zeer en overlegden
7. over de gebeurtenis. Sommigen wilden het paard met
8. vuur vernietigen, anderen zeiden: 'De Grieken
9. hebben het paard achtergelaten als geschenk voor Athena; Als
10. wij het in Troje hebben, beschermt de godin
11. niet meer de Grieken, maar ons.'
12. En sommigen waren het paard al naar Troje
13. aan het brengen, maar Laokoon, de priester van Poseidon,
14. rende met zijn zoons naar hen toe en zei:
15. 'Dwazen, denken jullie dat de
16. Grieken ooit uit de oorlog zullen vluchten?
17. Vertrouw niet op hun geschenken; begrijp
18. dat het paard een list is." En toen gooide hij een lans
19. en raakte de buik van het paard.
20. Plotseling kwamen twee slangen uit de
21. zee. Meteen vielen ze Laokoon en
22. zijn zoons aan. Eerst wikkelden ze hun lange
23. lichamen om de kinderen heen en daarna grepen ze
24. ook de vader. De dieren brachten hen
25. de zee in, waar het water de kinderen en
26. de man verzwolg.
27. De Trojanen beschouwden hun dood als een straf van de
28. goden en brachten uit angst het paard zo snel mogelijk
29. naar Troje; ze begrepen namelijk het gevaar
30. niet.