Tekst H20: Ballingschap van Scipio
Weinig jaren na de overwinning op Hannibal hadden de Romeinen de oorlog met Antiochus beëindigd, een koning in het oosten. De aanvoerders waren Publicus Cornelius Scipio en zijn broer Lucius.
Maar toen ze een korte tijd later aanwezig waren in het Senaatsgebouw, hebben sommigen van de senatoren de broers beschuldigd: “Antiochus heeft veel geld betaald aan jullie voor vrede. Daarom boden jullie geen weerstand meer tegen de koning en verlieten jullie het gebied van Antiochus!”
Daarna vernietigde de beroemde opperbevelhebber voor de ogen van de senatoren het boek over de oorlogs-uitgaven door grote woede.
Wanneer hij was weggegaan uit het Senaatsgebouw, naderden er mensen van alle kanten en zij zeiden; "Als jullie je stad zullen hebben verlaten en altijd afwezig zullen zijn van Rome, zullen wij erg triest zijn!”
Daarna vroeg Scipio met het Romeinse volk op het Capitool de hulp van de goden.
Maar tenslotte verlangde de beroemde man niet meer in de stad te leven en het einde van zijn leven was op een andere plaats dichtbij zee. Hij voelde zijn dood naderen, hij beval op zijn graf te schrijven: “Ondankbaar vaderland, jij had zelfs niet mijn botten.”