De Actaeone (versie 2)
Categorie: Auteur > Ovidius
's Middags riep een buitengewone jager zo zijn kameraden:"Bondgenoten, de netten en de projectielen zijn al nat door het bloed van de wilde dieren. Aangezien de zon brandt en de dag voldoende gunstig geweest is, zullen wij morgen het werk hernemen. Beƫindig het aanwezige werk en hef de netten op." De mannen volgden de bevelen op en onderbraken het werk. Maar de kleinzoon van Cadmus liet zijn kameraden achter, want hij wou de streek verkennen. In diezelfde streek was er een vallei gewijd aan Diana, waar een bron in een bosje klaterde. Hier was de godin van de bossen gewoon samen met nimfen hun maagdelijke ledematen met koud water te overspoelen.

Toevallig waste Diana zich daar op dat moment, toen Actaeon met onzekere stappen daarheen aankwam. Nadat de naakte nimfen de man hadden gezien vulden ze het hele bos met plotselinge kreten, en ze beschermden de godin met hun eigen lichamen. Toch was de godin zelf groter dan zij en ze stak uit boven allen door haar hals; en de purperen kleur van de Dageraad was op het gezicht van Diana, die zonder kledij gezien was. Aangezien de pijlen niet konden worden gegrepen, schepte de gekrenkte godin water op en sprankelde het in het gezicht van de man, terwijl deze zei:'Jij mag dadelijk vertellen, dat ik ben gezien nadat ik mijn kledij han neergelegd, als jij dat zal kunnen vertellen." En ze dreigde niet meer, maar ze voegde de hoornen van een hert aan zijn voorhoofd toe, en ze maakte zijn hals langer en ze maakte het uiterste van zijn oren scherp; ze veranderde zijn handen in poten en ze bedekte zijn lichaam met een gevlekte huid; ook angst werd toegevoegd.

De held van Thebe vluchtte en hij verwonderde zich erover dat hij zo snel was bij het lopen zelf. Maar toen hij zijn gezicht en hoorns zag, wou hij zeggen:"Ach, ik ben zo ongelukkig!", maar geen enkele stem volgde. Hij zuchtte en tranen vloeiden langs het gezicht dat niet de zijne was, alleen maar zijn geest bleef over. Wat moest hij doen? Moest hij terugkeren naar zijn kameraden of moest hij zich in de bossen verbergen? De schaamt verhinderde het laatstgenoemde en de vrees het eerstgenoemde. Maar terwijl hij twijfelde zagen zijn honden hem: langs de rotsen stormden zij vooruit vol verlangen naar hun prooi en sneller dan de wind achtervolgden zij hun meester. "Ik ben Actaeon, herken jullie meester!", trachtte hij te roepen, maar geen enkel woord werd gehoord, de hemel weerklonk door het geblaf. De hondenmaakten de eerste wonden op zijn rug, en weldra ontbraken plaatsen voor verwondingen over zijn gehele lichaam. Hij kermde en het bos vulde zich met droevig geklaag. Maar de kameraden spoorden onwetend de troep wild aan, zijn zochten hun leider voor het spektakel en zij riepen de afwezige Actaeon. Bij die naam boog Actaeon zijn hoofd. Hij wou afwezig zijn, maar hij was aanwezig en hij wou zien, maar niet de wilde daden van zijn eigen honden voelen. Deze omsingelden het prooi van alle kanten, en nadat zij hun tanden in zijn lichaam hadden vastgezet, verscheurden zij hun meester onder het uiterlijk van een hert. Nadat het leven van Actaeon door de zeer vele wonden eindigde, werd uiteindelijk de woede van Diana verzadigd.

Finis