Mandatum 30 (thema 4, les 26)
1. in een moeilijke strijd wilden we dat de goden zouden verschijnen en ons hulp zouden bieden, maar er kwam geen god
2. met grote vreugde zagen de gasten dat de bedienden het eten al op tafel hadden gezet
3. Het helpt me dat ik de volgende ochtend vroeg van huis vertrok en dus op tijd hier was
4. ?
5. ?