Andromache tot Hector (Z 429-444) - Homeros Ilias II
r. 429: Dus Hektor, jij bent voor mij een vader, eerbiedwaardige moeder,
r. 430: broer en jij bent voor mij een bloeiende echtgenoot
r. 431: kom nu, heb medelijden en blijf hier in de toren
r. 432: maak je kind niet tot wees en je vrouw niet tot weduwe
r. 433-434: stel het volk op bij de wilde vijgenboom waar de stad het meest toegankelijk is
r. 434: en de muur te bestormen
r. 435: want tot driemaal zijn hun dappersten immers naar daar gekomen om aan te vallen
r. 436: rondom beide Aianten en de beroemde Idomeneus
r. 437: en zij rondom de zonen van Atreus en de strijdbare zoon van Tydeus
r. 438: of iemand weet aan hen goed de voorspellingen te berichten
r. 439: of hun verlangen dreef hen voort het mee te delen
r. 440: tot haar sprak dan weer de grote helmboswuivende Hector:
r. 441: “Vrouw, dit alles gaat ook mij aan; maar ik heb te veel lof en
r. 442: schaamte voor de Trojanen en Trojaansen met slepende kleden,
r. 443: om als een lafaard ver van de oorlog te blijven"