Babylon; f. De plicht aan Mylitta voldaan (1.199.3-5)
Telkens wanneer een vrouw op dat moment gaat zitten, gaat zij niet eerder weg naar huis dan dat iemand van de vreemdelingen, een zilverstuk in haar schoot geworpen hebbend, met haar naar bed zal zijn gegaan, buiten het heiligdom. En het is nodig dat hij, (een zilverstuk) geworpen hebbend, het volgende zegt: 'Ik roep voor jou de godin Mylitta aan.' En de Assyriƫrs noemen Mylitta Aphrodite. En het zilverstuk is qua grootte zoveel als het dus is; want zij zal hem zeker niet afwijzen; want het zilver werd gewijd aan het heiligdom. En hem, die als eerste geworpen heeft, volgend, wijst zij helemaal niemand af. En wanneer zij seks heeft gehad, gaat zij, nadat zij haar heilige plicht jegens de godin heeft voltooid, naar huis, en vanaf dat moment zul je haar niet zo iets groot geven dat je haar zult krijgen. Alle maagden weliswaar die nu in het bezit zijn van schoonheid en lengte (lett.: grootte), gaan spoedig weg, maar alle maagden van hen die lelijk zijn, wachten lange tijd, omdat ze niet in staat zijn de wet te vervullen; want sommigen wachten een tijd van drie jaar, soms wel een tijd van vier jaren. En in sommige plaatsen op Cyrus is er een gebruik bijna gelijk aan dit gebruik.