Text 22
Een Spartaan zegt tegen Lykourgos:
‘Waarom stel je in ons land niet een democratie in?’
3 Het antwoord van Lykourgos is geestig:
‘Stel jij (maar) eerst in je eigen huis een democratie in.’
Als een Spartaanse koopman naar Asia naar de gastvrienden van Agesilaos wil reizen,
6 zegt hij tegen hem:
‘Schrijf, smeek ik, o koning, aan uw gastvrienden en draag hun op tegenover mij rechtvaardig te zijn.’
9 Agesilaos zegt/antwoordt:
‘Mijn gastvrienden doen door/uit zichzelf (al) de rechtvaardige dingen, ook al ontvangen ze geen brief van mij.’
12 Een Spartaanse vrouw hoort na een strijd/veldslag over de eervolle dood van een van haar beide zonen en zegt: ‘Hij was immers van mij.’
Over de ander verneemt ze dat hij door lafheid in leven is, en zij zegt:
‘Hij was immers niet van mij.’