Candaules en Gyges; c. Candaules was smoorverliefd op zijn vrouw (1.8.1-2)
Dan dus was die Candaules verliefd geworden op zijn eigen vrouw en verliefd geworden, meende hij dat de vrouw aan hem verreweg de mooiste was van allen. En zodoende hij dat meende, want aan hem was van zijn lijfwachten, Gyges, zoon van Daskylos, het meest behagend, legde Candaules aan die Gyges zowel de serieuste dingen van de problemen als met name de schoonheid van de (/zijn) vrouw, ophemelend. En toen vele tijd voorbij was, want het was duidelijk dat het met Candaules slecht af liep (/zou lopen), zei hij tegen Gyges ongeveer het volgende: 'Gyges, want ik meen niet dat je je laat overreden door mij met woorden over de schoonheid van mijn vrouw (want oren zijn toevallig voor mensen minder gelovig dan ogen), jij moet ervoor zorgen dat jij haar naakt te zien krijgt.