Hoofdstuk 6, tekst 2B
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
Toen ik nog slaaf was, woonden we in een enge steeg, dat is nu het huis van Gavilla. Hier, zoals de goden wilden, werd ik verliefd op de vrouw van de waard Terentius: jullie kennen haar als Melissa uit Tarenta, een mooi propje. Maar ik gaf waarachtig niet om haar mooie lichaam of vanwege de seks, maar meer omdat ze goedaardig was. Als ik haar iets vroeg, is er door haar niets ontkend aan mij, ze verdiende geld, ik kreeg de helft, en wat ik had vertrouwde ik toe aan haar zak, en ik ben ook nooit bedrogen. Haar partner stierf in het landhuis. Daarom greep ik alle mogelijke middelen aan en ik spande mij in om haar te bereiken, maar jullie weten: het is in moeilijke tijden duidelijk wie je vrienden zijn.