Hoofdstuk 27: Pompeius
Categorie: Boek > Caesar > Lesboek 1
We kennen allen de naam van Caesar, die de bekendste van alle Romeinen was. Maar in de tijd van Caesar vonden de Romeinen een andere opperbevelhebber voortreffelijk: Gnaeus Pompeius. Aan die aanvoerder, die met zijn leger veel landen in het Oosten in bezit had genomen, had vaak behalve moed ook verstand. Want de piraten die hij had verjaagd en in hun burcht lange tijd belegerde, overwon hij tenslotte. Maar hij wilde geen krijgsgevangenen hebben, dus verschafte hij hen akkers en huizen.
Na weinige jaren keerde hij met heel zijn leger terug naar Italiƫ, wat voor de senaat een reden voor angst was. De senatoren zeiden: "Wat zal de machtige opperbevelhebber nu doen?" Zal hij de soldaten naar huis sturen? Of zal hij met het voorbeeld van Sulla Rome innemen en dictator zijn?" Jullie begrijpen dat Pompeius alleen naar de stad is gekomen en een triomftocht heeft gehouden, die gedurende twee dagen de wegen van Rome bezet hield. Maar omdat de senaat geen akkers wilde geven aan zijn legioenen greep Pompeius met Caesar en Crassus de macht en vernietigde bijna de staat.