Mandata XIV, thema 4
De vader heeft slaven gestuurd, om zijn zonen te zoeken.
2. De vader heeft zijn zoon gewaarschuwd, dat hij niet alleen van huis mag gaan.
3. Het geschreeuw van de soldaten was zo groot, dat de bevelen van de aanvoerder nergens goed werden gehoord.
4. De soldaten bewaakten de krijgsgevangen vijanden goed, zodat ze niet vluchtten.
5. De jongens hebben zo snel mogelijk gerend, om het gevaar te ontvluchten.
6. De jongens hebben niet snel genoeg gerend, zodat ze het gevaar niet ontvluchtten.
7. Toen de meester het huis binnenkwam, zijn de slaven opgestaan.
8. Omdat ze de opdrachten hadden uitgevoerd, waren de jongens blij.
9. Ik ben meteen gekomen, nadat jij mij had geroepen.
10. Ik ben niet gekomen, omdat ik moe was.
11. Ik was zo moe, dat ik niet kwam.
12. Hoewel hij moe was, is de slaaf toch naar zijn meester gegaan, zodra deze hem liet komen.