Hoofdstuk 10: Diagnostische toets
Categorie: Boek > Minerva > Boek 1
1. De leiders zeiden dat de slaven het goud overbrachten naar de stad.
2. Het gerucht ging dat de bondgenoten de Romeinse bewakers hadden gedood.
3. De boeren roepen dat de koning de vijanden heeft uitgenodigd naar zijn paleis.
4. De slaven zagen dat de woedende meesters van de berg weg gingen.
5. De vrienden hoorden dat vader en moeder in het bos hadden gewandeld.
6. Vader vertelt dat hij het gouden zwaard heeft ontvangen.
7. Het is nodig dat het volk naar de kust vlucht.
8. De vrouwen zeggen dat ze weggaan met hun zonen / dochters.
9. De koning antwoordde dat hij nooit geschenken had ontvangen van de vijanden.
10. De slaaf meende dat de meester erg wreed was.