Pro Marco Caelio Rufo, paragraaf 28
Inderdaad, ik heb in deze samenleving vele mensen gezien en gehoord, niet alleen mensen die met het puntje van hun tong geproefd hebben van dit soort leven en zoals men zegt, met het topje van hun vinger het leven hebben aangeraakt, maar ook mensen die hun ganse jeugd hebben gegeven aan genot, en nu eindelijk boven water gekomen zijn en zich herpakt hebben, (‘zich herpakt hebben naar goede vruchten’), zoals men zegt, en ernstige en schitterende mensen geworden zijn. Er wordt met instemming van iedereen plezier aan deze leeftijd (de jeugd) gegeven, en de natuur zelf heeft de verlangens van de jeugd laten uitbreken. Als deze dingen zo uitbreken, dat ze niemands leven verzwakken, niemands huis vernielen, zijn zij gewoon beschouwd te worden als gemakkelijk en tolereerbaar.