De dokter en zijn patiënt
Een dokter verzorgde een zieke. Nadat de zieke gestorven was, zei hij tegen hen, die hem begroeven: ‘Die man zou niet overleden zijn, als hij van de wijn was afgebleven en klisteerspuiten had gebruikt.’ Van de aanwezigen zei iemand, antwoordend: ‘O beste (man), het was volstrekt niet nodig dat jij die dingen nu zei, aangezien het geen nut heeft / er geen nut is, maar het was nodig dat jij hem toen aanspoorde, toen hij die dingen / raadgevingen kon gebruiken.’
5 De fabel maakt duidelijk dat het nodig is dat vrienden op het juiste tijdstip van nood hulp bieden en niet als ze zien dat de situatie hopeloos is, kritiek hebben.