Mandatum XXVII op blz. 118 HB 2
MANDATUM XXVII
1 Veel ouders houden veel van hun kinderen.
1e = bijv. 2e = bijw.
Dus multum > plus
2 De slaven maken de goede maaltijd goed klaar.
1e = bijv. 2e = bijw.
Dus bene > melius
3 De aanvoerder geeft straf aan de slechte militairen, omdat deze slecht vechten.
1e = bijv. 2e = bijw.
Dus male > peius
4 De kleine jongen was eerst een beetje angstig
1e = bijv. 2e = bijw.
Dus paulum > minime
5 Ik ben zeer blij, want mijn ouders hebben veel geschenken voor mij gekocht.
1e = bijw. 2e = bijv.
Dus magnopere > maxime
6 De goede echtgenoot vulde de beker van de oude man met wijn, omdat deze familie nooit slecht verzorgd.
1e = bijv. 2e = bijw.
Dus male > pessime