Hoofdstuk 23, tekst A (versie 2)
Omdat Megakles in het nauw werd gebracht door partijstrijd onderhandelde
hij weer met Peisistratos, of hij zijn dochter als vrouw wilde hebben
in ruil voor de tirannie. Toen Peisistratos het voorstel geaccepteerd had,
bedenken Peisistratos en de zijnen voor zijn terugkeer
5 een zeer onnozele zaak, zoals/naar ik meen: want zij bedrogen de Atheners,
die worden beschouwd als de verstandigsten van alle Grieken en
niet-Grieken. Zodanige dingen bedenken ze: in de stad was
een of andere vrouw genaamd Fye, zeer mooi, en wat betreft grootte
bijna vier el (zijnde). Nadat ze die vrouw nu hadden uitgerust met een wapenrusting,
10 om met de tooi de godin na te bootsen, (en) nadat ze haar een strijdwagen
hadden doen bestijgen, reden ze samen met Peisistratos naar de stad.
Herauten werden vooruitgestuurd,
om aan alle Atheners dit/het volgende bekend te maken:
‘Atheners, och mogen jullie Peisistratos welgezind ontvangen, die
Athena zelf, omdat ze hem het meest eert van de mensen, terugbrengt naar
haar eigen akropolis.’ De herauten gingen overal heen en weer,
om dit te zeggen.
Onmiddellijk bereikte een gerucht de demen, dat Athena
Peisistratos terugbracht. Toen nu Peisistratos met
de vrouw op de wagen de stad inreed, baden de mensen in de stad,
gelovend, dat de vrouw de godin zelf was, tot haar en
20 op hun knieën vallend, ontvingen ze Peisistratos zich verbazend.