Hoofdstuk 4, tekst 6D: Orpheus krijgt Eurydice terug
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
De Rhodopeiuse Orpheus (ver)kreeg Eurydice met tegelijkertijd de voorwaarde dat hij niet achterom keek totdat hij de dal van Avernas zal zijn uitgegaan;
of anders zal zijn geschenken tevergeefs zijn.
Hij moet de hellende weg, door de zwijgende stilte, stap voor stap afleggen, steil, donker dicht bedekt met schaduwrijke nevel.
Zij waren niet ver verwijderd van de grens met de bovenwereld; hier vrezen en begerig om te zien, om te voorkomen dat zij achterbleef, keek hij vol liefde achterom (boog hij vol liefde zijn ogen):
En zij is direct teruggleden en zij, de ongelukkige, pakte niets dan de ongrijpende lucht, terwijl zij de armen uitstrekte en de moeite deed om gepakt te worden en zelf te pakken.
En opnieuw stervend, klaagde ze helemaal net over haar echtgenoot (waarover ze immers had kunnen klagen behalve dat ze geliefd was?);
En zij zei als laatste woord: ‘Vaarwel.’, zodat al het zo zacht was dat hij het nauwelijks kon horen (en) viel zij weer in dezelfde plaats.