les 20
Categorie: Boek > Via Latina > Boek 1
les 20:
Domitius (zegt): ‘Het is al het tiende uur, het is tijd om te vertrekken.
Ik wil bij Flavius [aanwezig] zijn, wanneer de maaltijd begint.
3 Wij zullen aan een grote maaltijd / groot diner deelnemen, geloof ik.
Weldra gaan de Domitii het huis van Flavius Lepidus binnen,
waar al veel gasten aanwezig zijn.
Juist brengen de slaven – bij/onder hen ook Galla – de voorgerechten (binnen)
en gieten/schenken wijn in de bekers.
6 Kijk! Vijf senatoren liggen al aan en drinken wijn.
Dan krijgen de Domitii ook Flavia in het oog,
die met haar broer Aulus aan een tafel zit.
9 Onmiddellijk gaat Quintus naast haar zitten.
Voordat zijn ouders kunnen gaan aanliggen,
vraagt Flavius Lepidus met luide stem om stilte.
12 ‘Vrienden! Ik weet dat jullie naar de maaltijd verlangen.
Maar voordat we beginnen, luister naar mij!
De/Onze slavin Galla heeft mijn dochter in haar slavernij gedurende vier maanden /
vier maanden lang goed geholpen.
15 Daarom zal ik haar vandaag de vrijheid schenken en haar aan mijn tafel ontvangen,
Jullie zullen als getuigen aanwezig zijn.’
Nu richt hij zich als volgt tot Galla: ‘Pak de vilten muts, jij moet vrij zijn!’
18 en hij zet haar naast Flavia / laat haar naast Flavia plaatsnemen.
Dan (zegt hij): ‘Laten we gaan eten.’
Allen klappen, gaan aanliggen en doen zich tegoed aan de maaltijd.
21 Galla verheugt zich zeer over haar nieuwe vrijheid.
Plotseling komen er tien acrobaten binnen en vermaken allen met hun kunst.
Alleen Flavia geniet niet van het schouwspel; zij zit (daar maar wat) en zwijgt.
24 Dan (vraagt) Quintus: Ben je bedroefd, omdat je moeder en je broer van jou afwezig
zijn / je moeder en je broer er niet zijn?’
Flavia antwoordt niets.
Quintus aarzelt, ten slotte (zegt hij): ‘Waarom zwijg je, mijn vriendin?’
27 Flavia richt haar ogen op haar vriend / kijkt haar vriend aan.
Quintus vraagt opnieuw: ‘Waarom zwijg je, mijn Venus? Ik wens/wil alles, wat jij wilt.’
Flavia kijkt haar vriend blij aan. Nu vindt ook zij de maaltijd leuk.