Tekst 32: Gif in de beker?
Categorie: Boek > Via Latina > Boek 1
Tussen de beroemde artsen, die Alexander bij zich had, was Philippus.
Hij respecteerde de koning zeer, en hij verzorgde hem met trouw.
3 Als enige uit de doktoren stelde hij hem hoop in het vooruitzicht met ongeveer deze woorden:
'U/Jij, koning, u/jij hebt snelle geneesmiddelen geëist.
Hoe gelukkig zou ik zijn, als ik uw/jouw ziekte snel kon verlichten.
6 Dat zal ik niet kunnen doen behalve met een krachtig geneesmiddel. Dus zal ik een geneeskrachtige drank maken.
Het is nodig om het drie dagen te laten koken, anders zal het niet uw/jouw gezondheid bewerkstelligen,
Ja het zal u/je zelfs schade toebrengen, als het overhaast aangewend wordt.'
9 Alexander, ook al was hij niet tevreden over zo'n lang uitstel, verwachtte de vastgestelde dag.
Ondertussen ontvangt hij een brief van Parmenion, de betrouwbaarste van alle hovelingen.
Terwijl hij dat leest, is hij hevig geschrokken:
12 'Wees op uw hoede voor Philippus, koning! Hij smeedt een aanslag tegen u.
Darius heeft hem met duizend talenten gekocht;
bovendien heeft hij hem een huwelijk met zijn zuster beloofd.'
15 Niet wetend wat hij moest doen, overwoog Alexander het volgende:
'Om zo'n brief zou ik, als hij niet door Parmenion was geschreven, mij niet hebben bekommerd.
Nu ben ik echter onzeker, of ik aan vrees of hoop moet toegeven. Maar ik word niet overweldigd door vrees.
18 Want indien de goden willen dat ik in mijn tent en niet op het slagveld omkom,
dan hadden ze niet zoveel gunstige gelegenheden voorbij laten gaan.'
Op de vastgestelde dag kwam Philippus met de beker, waarin hij het medicijn had klaar gemaakt.
21 Terwijl Alexander de brief van Parmenion in zijn linkerhand hield, nam hij de beker
en dronk onverschrokken.
Vervolgens beval hij Philippus de brief te lezen en wendde hij zijn ogen niet af van het gezicht
24 omdat hij meende dat hij één of ander teken van een slecht geweten op zijn gezicht kon ontdekken.