Hoofdstuk 15, tekst B
Categorie: Boek > Pallas > Druk 4: Boek 1
1 Odysseus wordt wakker en staat op uit het struikgewas
2 als een hongerige leeuw. Hij scheen zeer angstaanjagend voor de
3 meisjes te zijn, want hij was naakt en verweerd door het water.
4 De meisjes vluchtten allemaal naar de zee.
5 Alleen Nausikaä was niet bang, maar bleef.
6 Op een afstand vroeg Odysseus aan haar
7 met deze vriendelijke woorden:
8 'Ik smeek u meesteres: bent u godin of mens?
9 Als u een godin bent, schijnut u mij het meest toe gelijk aan Artemis;
10 maar als u een van de mensen bent, zijn uw vader en moeder
11 en broers heel gelukkig! En het gelukkigst wordt de man,
12 die met u zal trouwen! Want ik heb nog nooit zo'n meisje gezien!
13 Gêne heeft mij (in de greep)! Want ik schaam mij uw knieën vast te pakken.
14 Maar ik ben heel ongelukkig: want voor mij is het lot altijd
15 veel ellende te doorstaan op zee en op land.
16 Maar, meesteres, heb medelijden met mij! Want bij u ben ik als eerste 17 aangekomen, en van de andere meesters ken ik niemand,
18 die deze stad en (dit) land bewonen. Ik smeek u
19 mij enige kleding te geven en mij te leiden naar de stad.
20 Als dank hiervoor zullen de goden u mooie geschenken geven:
21 een man en een huis en geluk.'
22 Dit vroeg Odysseus aan Nausikaä.