Ergon 14, hulpboek 2
1. Dezelfde slaven deden altijd hetzelfde moeilijke werk.
2. De sterke Godin zelf geeft wijsheid aan de helden.
3. Je hebt toch wel dezelfde vaardigheid geleerd als jouw broers?
4. De vader zelf had dezelfde angst als zijn kinderen.
5. De naam van de vrouw heb ik niet vernomen; het is dus niet mogelijk voor mij om haar bij haar naam aan te roepen.
6. De kinderen zelf wilden een groot vuur maken, maar hun moeder hield hen tegen.