ERGON 14 - Hulpboek 1 bladzijde 93
Categorie: Boek > Argo > 1 - Hulpboek 1
α) 1) De rivieren stromen.
2) De godin is blij.
3) Het kind begint te/met huilen.
4) Rotsblokken vallen.
5) De mensen en de kinderen zingen.
β) 1) stromen
2) is blij
3) begint te/met huilen
4) vallen
5) zingen
γ) 1) stromen = persoonsvorm meervoud
2) is = persoonsvorm enkelvoud
blij = persoonsvorm enkelvoud
3) begint = persoonsvorm enkelvoud
te/met huilen = infinitivus
4) vallen = persoonsvorm meervoud
5) zingen = persoonsvorm meervoud