Tekst 11: Grieken hebben Romeinen gered!
Categorie: Boek > Via Latina > Boek 1
Quintus: Waar komen jullie vandaan? Waarom zijn jullie niet op het eiland Kreta? Wat doen jullie hier?
Aulus: Houd op met vragen en luister!
Reeds kwamen we in Kreta aan, toen plotseling piraten naderde en zich gereed maakten om het schip binnen te dringen.
Hoewel we ons zeer fel verdedigden, wonnen de piraten.
Zij gooiden vader en mij in de zee.
Quintus: Wat is er gebeurd met de rest? Wie heeft jou en jouw vader gered?
Aulus: Het lot van moeder, Flavia en mijn broer weet ik niet, echter hebben Griekse matrozen ons gered.
Quintus: Bij Hercules! Griekjes hebben de Romeinen gered!
Aulus: Zo is het. Maar luister!
Wij waren al een lange tijd in het water, wij waren al uitgeput, maar vader gaf de hoop op een redding niet op.
En inderdaad hebben de goden geen hulp geweigerd:
Zij stuurde planken, waaraan wij ons vastklampten.
Quintus: Vreesden jullie niet?
Aulus: Wij vreesde zeer, maar het lot was gunstig:
Want een Grieks schip verscheen.
De Grieken trokken ons uit het water en brachten ons naar Miletus.
Daar gaven zij ons groot hoger beschaafde hulp.
Wij bleven namelijk bij gastheer Apollonius en…
Quintus: Hebben jullie Flavia, Marcus en Caecilia niet gezocht?
Aulus: Wij hebben overal gezocht, wij hebben velen ondervraagd, maar wij hebben niet gehoord.
Tenslotte zei Appolonius zo: Als de goden willen, leven Caecilia, Flavia en Marcus nog steeds.
Zij leven ongetwijfeld, want de piraten verlangen alleen naar de prijs.
Dus vaar naar Rome en wacht!
Daarom zijn wij nu hier.