mandatum Xlll (versie 2)
Mandatum XIII
De jongens kijken in het amphitheater naar het gevecht. (praesens)
Vervolgens vertellen zij aan vader over het gevecht (praesens)
‘Celadus en Cornax vochten. (imperfectum)
Celadus hield een zwaard vast (imperfectum) en hij beschermde zijn lichaam met een schild. (imperfectum)
Cornax had een net en een drietand (imperfectum)