Bovenbouw Tekst 1:Boukephalos
Een veulen voor Philippos
Op een dag brachten de paardenknechten van Philippos uit de paardenstallen van hem een ontzettend groot veulen en ze plaatsen hem bij koning Philippos, terwijl ze zeiden: ‘Meester koning, wij vonden dit paard, nadat het geboren was, in de koninklijke stallen, dat in schoonheid Pegasus overtreft, wij brengen deze aan u, meester.’ Nadat koning Philippos de grootheid en de schoonheid van hem had beschouwd, bewonderde hij zich. Met kracht bewaakt, werd hij door iedereen vastgehouden. De paardenknechten zeiden: ‘Meester koning, hij is mensen etend.’ De koning Philippos zei: ‘Echt gaat hierbij het spreekwoord bij de Grieken in vervulling, dat van nature het slechte dichtbij goed is. Maar omdat jullie hem nu eenmaal gebracht hebben, zal ik hem (aan)nemen.’ Hij beval daarop zijn knechten een ijzeren kooi te maken en het veulen zonder teugels op te sluiten. ‘Diegenen die niet gehoorzaam zijn aan mijn koningsschap of zich niet houden aan de wet of gepakt worden wegens roverij, moeten jullie voor hem werpen.’ En het gebeurde zoals de koning had bevolen.
Orakel
Nadat Philippos vanaf zijn buitenlandse reis was teruggekeerd, ging hij weg naar Delphi om een orakel te krijgen over de vraag, wie er dan na hem koning zal zijn. In Delphi zei de Pythia, nadat zij had geproefd van de Kastalia-bron door het ondergrondse orakel: ‘Philippos, diegene die zal heersen over de gehele wereld en met zijn speer allen zal onderwerpen, die door het midden van Pella zal rijden, nadat hij op het paard Boukephalos is gesprongen. Hij werd Boukephalos genoemd, omdat het op zijn bovenbeen een hoofd van een koe als brandmerk had. Nadat Philippos het orakel had gehoord verwachtte hij een nieuwe Heracles