Hoofdstuk 14, tekst B: Ontmoeting met Anchises
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 1
Zodra vader Anchises Aeneas over de vlakte zag aankomen, strekte hij blij zijn handen naar hem uit en riep uit: ''Eindelijk ben je gekomen, allerliefste zoon! Eindelijk mag ik je gezicht aanschouwen en je stem horen. Want eerder had ik al gehoord dat jij na veel zwerftochten eindelijk in Afrika was aangekomen; koningin Dido had jou en jouw mannen vriendelijk in haar koninkrijk ontvangen. Ook had ik gehoord dat Iuppiter Mercurius naar jou had gezonden; hij (deze) had jou bevolen de koningin te verlaten en naar Italiƫ te gaan. Ik verheug me zeer dat jij aan het bevel van Jupiter gehoorzaamd hebt.'' Zo sprak hij. Aeneas antwoordde: '' O vader, uw droeve beeltenis, die mij vaak in mijn slaap verscheen, dwong mij hierheen af te dalen. Geef mij uw rechterhand. Onttrek u niet aan mijn kussen!'' Driemaal probeerde Aeneas zijn armen om de hals van zijn vader te slaan. Driemaal ontvluchtte de schim van Anchises.