Hoofdstuk 6, tekst A: Ontvangst op Kreta
Theseus en de nieuwe kinderen verlaten Athene;
ze varen met het schip naar het eiland Kreta.
Wegens groot verdriet heeft het schip zwarte zeilen.
Na een lange tijd komen zij op Kreta.
Minos en zijn echtgenote hebben een dochter: Ariadne.
Ariadne bewondert de Atheense vreemdeling zeer
en houdt van hem: want Theseus is mooi en sterk.
Ariadne wil hem dus redden. Zij zegt dus tegen Theseus:
"Jij, Athener, jij bent de zoon van de heerser van de Atheners.
Als jij mij naar het mooi Athene brengt en met me trouwt,
zal ik met jou de jonge kinderen met een list redden."
Theseus stemt in met de krachtige eed,
Ariadne verheugt zich op het huwelijk.