Hoofdstuk 2, tekst 2G: De mens wordt verjaagd uit het paradijs
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
Ook here god maakte voor Adam en zijn vrouw kleden van huiden, en bekleedde hen daarmee; en hij beweerde: “Kijk Adam is geworden als een van ons, omdat hij kennis heeft van goed en kwaad. Laat hij nu dus toevallig niet zijn hand uitstrekken, en ook niet van de levensboom nemen en er van eten en eeuwig leven.” En de here god zond hem weg uit het paradijs van Eden, zodat hij het land kan bebouwen waaruit het genomen is. En Adam werd verbannen, en hij plaatste voor de hof van Eden Cherubijnen met een vlammend en heen en weer flitsend zwaard om de weg van de levensboom te bewaken.