Tekst 5.4: De rege porsenna
Categorie: Boek > Pegasus > Boek 1
5.4 Over koning Porsenna en Gaius Mucius
Een redder in nood …
Een moedige jongeman, die Mucius heette, besliste de belegerde stad met een of andere daad te bevrijden. Daarom vertrok hij met een zwaard, dat verborgen was tussen zijn kleding: hij zwom de rivier de Tiber over en kwam aan in het kamp van de vijanden. Toen hij daar aankwam, stelde hij zich op in het midden van de massa dichtbij het podium van de koning. Daar werd toevallig soldij gegeven aan de soldaten door een secretaris, die naast de koning zat. Mucius naderde het podium en, omdat hij de koning nooit gezien had, vermoordde hij de secretaris in plaats van de koning.
komt in nauwe schoentjes
Hij probeerde te vluchten maar, nadat hij door de soldaten gevangen genomen was, werd hij tot bij de koning getrokken. Deze vroeg: ‘Wie ben je?’ Meer angstaanjagend dan angstig zei hij: ‘Ik ben een Romeins burger, Gaius Mucius noemen de burgers mij. Ik ben hierheen gekomen omdat ik de koning wilde doden.’ Daarop zei Porsenna: ‘Ik ben zelf de koning. Je hebt je vergist door mijn secretaris in mijn plaats te doden.’ ‘Je hebt mij wel gevangen genomen,’ antwoordde Mucius, ‘maar na mij zullen anderen komen, die jou zullen proberen te doden. Om het even welk uur van de nacht, om het even welk uur van de dag, zal een Romein in jouw tent binnenstormen. Om het even welk uur van de nacht, om het even welk uur van de dag, zal je vrezen voor je leven.’ De koning, die tegelijk in woede ontstoken was en bang was gemaakt door het gevaar, riep uit: ‘Wie zijn die sluipmoordenaars? Wat is hun plan?’ Omdat Mucius de plannen niet dadelijk onthulde, beval Porsenna: ‘Soldaten, trek hem naar de offerhaard!’ Maar Mucius zei: ‘Die vlammen maken mij niet bang.’
Als de nood het hoogst is, is de redding nabij
Na die woorden stak hij zijn rechterhand in het vuur, dat was aangestoken voor een offer. Er verschenen geen tranen in zijn ogen en hij scheen geen pijn te hebben. Porsenna echter sprong op uit zijn zetel en beval de soldaten om Mucius van het vuur weg te trekken en zei: ‘Ga weg, jij! Je hebt meer vijandschap getoond tegen jezelf dan tegen mij. Ik laat je als een vrij man van hier gaan.’ Dan zei Mucius: ‘Aangezien jij mijn leven hebt gespaard, wil ik ook jouw leven sparen: driehonderd Romeinse jongemannen hebben tegen jou samengezworen, die niet zullen rusten voordat ze jou gedood hebben. Ik was alleen maar de eerste. Na mij zal een tweede komen en een derde en …’ Porsenna, die door het aanwezige gevaar afgeschrikt was, stuurde vredesgezanten naar Rome. De senatoren gaven Mucius omwille van zijn moed een veld. Door de Romeinen werd hem de bijnaam Scaevola gegeven, omdat alleen maar zijn linkerhand overbleef.