Hoofdstuk 2, tekst 2E: Ongehoorzaamheid van de mens
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
Maar ook de slang was veel slimmer dan alle dieren van de aarde, die de here god had gemaakt. Deze zei tegen de vrouw: “waarom heeft god jullie voorgeschreven om niet van alle bomen van het paradijs te eten?” Aan wie de vouw antwoordde: “Wij zullen eten van de vruchten van de bomen die in het paradijs zijn; van de vrucht echter van de bomen, die in het midden van het paradijs is , heeft god ons opgedragen, om niet te eten en niet aan te raken, opdat we niet toevallig zullen sterven.

De slang zei echter tegen de vrouw: “jullie zullen helemaal niet sterven door de dood. God weet immers, dat op de dag dat jullie daar van zullen eten, jullie ogen geopend zullen worden en jullie als goden zullen zijn omdat je weet van goed en kwaad. Dus de vrouw zag, dat de boom goed was om te eten en mooi voor ogen en heerlijk om te zien; en ze plukte de vruchten ervan en at en gaf het haar man die ervan at. En de ogen van beiden zijn geopend; en toen zij ontdekten dat ze naakt waren, naaiden ze bladeren van de vijgenboom aan elkaar en ze maakten schorten voor zichzelf. En toen ze de stem van here god hadden gehoord terwijl ze in het paradijs wandelen in de wind in de namiddag verborgen Adam en zijn echtgenote zich tussen de bomen in het paradijs voor het aangezicht van here god.