Het verdriet om Ovidius’ ballingschap blijft zijn ouders bespaard Tristia 4.10.77-92
En reeds had mijn vader zijn (levens)lot voltooid en aan negen lustra nog eens (een andere) negen lustra toegevoegd. Ik heb niet anders gehuild dan hij om mij gehuild zou hebben als ik aan hem ontnomen was. 80 Kort daarna droeg ik de as van mijn moeder. Beiden gelukkig en op tijd begraven (gestorven), omdat ze stierven vóór de dag van mijn straf! Ook ik gelukkig, omdat ik niet ongelukkig ben tijdens hun leven, en omdat zij om mij geen enkel verdriet hebben gehad! 85 Als er toch voor de doden iets anders rest behalve [alleen] de namen, en de ijle schim de opgebouwde brandstapel ontvlucht: als, schimmen van mijn ouders, een bericht over mij u bereikt, en mijn misdaad op het forum van de Styx [bekend] is, weet [dan], smeek ik, dat de oorzaak (en het is mij niet geoorloofd u te bedriegen) 90 van mijn bevolen verbanning een vergissing, [maar] geen misdaad is. Voor de doden is dit voldoende; tot u keer ik terug, belangstellende harten (mensen), die op zoek zijn naar de lotgevallen van mijn leven.