Vrijersvoeten en huwelijksbootjes Tristia 4.10.65-76
65 Mijn hart was week en niet onoverwinnelijk voor Cupido’s pijlen, en van dien aard dat een lichte oorzaak het in beroering bracht. Toch, hoewel ik zo was (ook al was ik zo) en door het kleinste vuurtje (de kleinste aanleiding tot verliefdheid) in vlam werd gezet, over mij waren er helemaal geen praatjes. Nog bijna een kind werd mij een vrouw gegeven noch bij mij passend (mij waardig) noch nuttig, 70 die gedurende korte tijd [met mij] getrouwd is geweest. Haar volgde een echtgenote op, die, hoewel van onbesproken gedrag, toch geen blijvende plaats in mijn huwelijk zou hebben. De laatste, die tot in late jaren bij mij is gebleven, verdroeg het echtgenote te zijn van een man in ballingschap. 75 Mijn dochter, tweemaal moeder geworden in haar eerste jeugd (het begin van haar jeugd), maar niet van één echtgenoot, maakte mij tweemaal grootvader.