Hoofdstuk 17, vertaling 2: De woede van de Bataven
Civilis had zeer veel Bataven, Cananefaten en andere Germanen verzameld en was bezig de oorlog met de Romeinen klaar te maken. Een groot aantal van Barbaren heeft hij hier de schouwspel met de uitzonderlijke verschaft. Want zij met lange lichamen, met lange haren met woeste ogen, met een woest geschreeuw zij maken de Romeinen zeer bang.
Zij de troepen hebben spoedig overweldigd de Romeinse forten, en hebben met een korte tijd alle Romeinen verdreven van de woonkazernes af van de Bataven. Civilis, nadat hij deze overwinningen heeft behaald, heeft hij de bodes gestuurd naar de Legerkamp Vetera. Voor hem voor de plaats waren gelegerd de legioenen 5 en 15. De bodes hebben gevraagd dat de soldaten van haar legioenen aan Civilis de trouw te hadden gezworen.
De commandant van de legerkampen heeft echter dit geantwoord: Jullie moeten dit zeggen aan jullie heer: De gewoonte voor de Romeinen is niet trouw te zweren voor de Barbaarse verrader. Met zijn woorden hebben zij de leider van de Bataven zeer beledigd. Hij ging met alle troepen naar het Legerkamp Vetera, en stelde alle troepen in slagorde op.
Nadat hij de teken heeft gegeven, hebben zij de Barbaren hevig begonnen te vechten. Eerst hebben zij geprobeerd het legerkamp met projectielen te belegeren, vervolgens heeft Civilis het bevel gegeven dat zij een aanval op de wal hadden gedaan. Intussen had hij het bevel gegeven dat zijn moeder en zusters en van de overige Bataven de echtgenotes en de (kinderen) dat zij hadden blijven staan na de troepen. Zolang de mannen bezig waren vechten, die met een scherpe stem zij waren bezig te schreeuwen en met zijn manier de geesten van de Bataven bezig waren aan te vuren en de angst van de Romeinen bezig waren te vergroten.
De legioenen 5 en 15 hadden lang de belegering uit kunnen houden, maar tenslotte hebben de vijanden het legerkamp veroverd en in brand gestoken. Zij hebben alle Romeinse soldaten gedood. Zij waren spoedig overal bezig de verminkte lichamen te gooien, en de zwarte wolken waren bezig de hemel te verduisteren. Zo heeft verschenen dat die eenogige Civilis voor de Romeinen het grootste gevaar te zijn geweest.