Hoofdstuk 3, vertaling 2: Bij de Winkel
Marcia loopt op straat, omdat zij de nieuwe stola zoekt.
Claudia zoekt ook de stola.
Moeder en dochter kijken naar de schilderingen op de muren.
Vrouw en meisje zien de vele winkels, maar vinden niet de mooie stola’s.
5) Zij gaan binnen de andere straat.
Veel kooplieden werken daar.
De kooplieden staan voor de winkels.
Andere kooplieden zitten in de winkels.
Marcia en Claudia kijken naar en horen de kooplieden.
10) Kijk, zij zien Rufus.
Rufus is een koopman, en zit voor de winkel.
Hij staat onmiddellijk op en roept: “Stola’s en Toga’s, zeer goede toga’s, nieuwe en mooie stola’s!â€
Moeder en dochter gaan naar de koopman en gaan binnen de winkel.
Rufus gaat ook binnen en begroet de vrouw en het meisje.
15) Marcia begroet de koopman:â€Dag koopman. Ik zoek de nieuwe stola.â€
Claudia begroet ook de koopman en vraagt ook:â€Heeft u de mooie stola’s?â€
Rufus antwoordt “Ik heb de vele zeer goede stola’s,†“Kijk een grote stola en een kleine stola.â€
Een kleine stola bevalt de Claudia.
20) Een grote stola bevalt de Marcia.
“Koop jij de stola’s?†Vraagt de koopman, aan de moeder.
Maar de vrouw antwoordt niet, omdat zij vindt de vlek op de kleine stola.
“O jee,†Denkt Rufus, “een stola is niet nieuw.â€
Hij zegt onmiddellijk “Ik heb de vele andere stola’s, de beste stola’s en de mooie en... de nieuweâ€
25) Maar vrouw en meisje horen de Rufus niet.
Zij gaan weg uit de winkel en zij zoeken de andere koopman,
“Nieuwe stola’s, Nieuwe stola’s!†roept Rufus.