Tekst 22A
Categorie: Boek > Minerva > Boek 2
Van dit legerkamp was de vestingsstad van de Remen, met de naam Bibrax, 8 mijl ontbroken.
Onmiddelijk na aankomst begonnen de Belgen met grote aandrang het aan te vallen.
Met moeite hield men de dag uit.
Net zoals bij de Galliƫrs als de Belgen is de belegeringsmethode dit:
zodra zij, als er een groep mensen is geplaatst rondom alle stadsmuren, van alle kanten de muren stenen gooien begonnen zijn en ze ontdaan zijn van muren en verdediging,
steken zij na een gemaakt schilddak de poort in brand en graven ze de muur onder.
Dus dat ging makkelijk.
Want, met zo veel groepen die stenen of werpspiesen worpen, was er niemand die de muur kon verdedigen.
Toen de nacht een einde aan de belegeringsmethode had gemaakt, stuurde Iccius Remus met hoogste adel en dankbaarheid tussen de zijnen / aanhangers, die toen in de vestingsstad leiding voerden, een van hen, die als gezant over vrede naar Caesar ging, als bode naar hem, die zei dat als er geen hulp aan hen ten ondersteuning wordt gestuurd, zij het niet langer konden volhouden.
Daarheen stuurt Caesar in het midden van de nacht dezelfde leiders gebruikend, die als bodes van Iccius kwamen, Numidiƫrs en boogschutters van Creta en slingeraars van de Balearen als hulp naar de vestingsstad;
door de komst van niet alleen de Remen met de hoop op verdediging kwam het enthousiasme op het bieden van tegenstand op, maar ging ook voor de vijanden wegens dezelfde reden de hoop op het innemen van de stad weg.