Hoofdstuk 16, tekst 4C: Een tweede brand breekt uit
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Pas op de zesde dag is aan de voet van de Esquilijn een einde aan de brand gemaakt, nadat over een enorme oppervlakte gebouwen waren neergehaald, zodat een leeg terrein en als het ware een lege hemel het onafgebroken geweld een halt toeriep. Maar nog niet was de vrees afgelegd of de hoop bij het volk teruggekeerd: wederom greep het vuur om zich heen op de meer open plaatsen van de stad; daardoor was er minder vernietiging van mensen(levens), maar tempels van goden en zuilengangen, voor ontspanning bestemd, stortten over een uitgestrekt gebied in. Deze brand wekte nog meer vijandig commentaar, omdat hij 5 op het terrein van Tigellinus in de Aemiliana was uitgebroken en Nero roem scheen te zoeken om/door een nieuwe stad te stichten en (deze) naar zijn naam te noemen. Rome wordt immers in veertien wijken verdeeld, waarvan er vier ongeschonden bleven, en drie tot op de grond zijn verwoest: voor/in de zeven overige (wijken) waren weinig sporen van huizen over, gehavend en halfverbrand.