Hoofdstuk 16, tekst 2H: De moord
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Toen ondertussen het ongeval van Agrippina bekend was geworden alsof het door toeval was gebeurd, rende men zodra ieder het nieuws had gehoord, naar de kust. Sommigen beklommen de pieren, anderen de dichtstbijzijnde bootjes; anderen gingen de zee in zover hun lichaamslengte dat toeliet; sommigen strekten hun handen uit; de hele kust weergalmde door weeklachten, gebeden en geschreeuw van mensen die uiteenlopende vragen stelden of onzekere antwoorden gaven; een geweldige menigte stroomde toe met lampen, en zodra bekend was geworden dat ze ongedeerd was, 5 maakten ze aanstalten als om haar geluk te wensen, totdat ze door de aanblik van een gewapende en dreigende colonne werden verdreven.
Anicetus omgaf de villa met een wachtpost en na de deur te hebben opengebroken, liet hij de tegemoetkomende (van de) slaven wegslepen, totdat hij bij de deur van de slaapkamer kwam. Daar(bij) stonden weinigen, omdat de overigen door de schrik voor de binnendringers waren weggevlucht. In de slaapkamer was niet zo veel licht en een van de dienaressen, terwijl Agrippina steeds angstiger werd, omdat er niemand van haar zoon kwam en zelfs Agerinus niet: dat het uiterlijk van een gunstige situatie anders was, dat er nu eenzaamheid was en plotseling lawaai en voorbodes van het allerergste. 10 Toen vervolgens de dienares wegging, na openhartig ‘verlaat jij mij ook’ te hebben gezegd, werd ze Anicetus gewaar, vergezeld door kapitein Herculejus en centurio Obaritus: en als hij was gekomen om haar een bezoek te brengen, moest hij berichten dat ze hersteld was, maar indien (hij was gekomen) om een misdaad uit te voeren, dat ze niet geloofde dat haar zoon zoiets had bevolen, dat geen moedermoord was bevolen.
De moordenaars gingen rondom haar bed staan en als eerste trof de kapitein met een knuppel hard haar hoofd. Terwijl ze voor de centurio, die reeds zijn zwaard trok voor de doodsteek, haar buik uitstrekte, schreeuwde ze ‘tref mijn buik’ en zij werd afgemaakt met vele verwondingen.