Hoofdstuk 16, tekst 2G: Nero raadpleegt Seneca en Burrus
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Maar aan Nero, terwijl hij de berichten van de geslaagde misdaad afwachtte, werd gemeld dat zij verwond met een lichte verwonding, was ontsnapt en na ver genoeg in gevaar verkeerd te hebben dat over de opdrachtgever geen twijfel bestond. Toen was hij door paniek buiten zinnen en uitroepend dat zij ieder moment aanwezig zou zijn, op wraak belust, hetzij zij de slaven bewapende, of de soldaten ophitste, hetzij ze doordrong tot de senaat en het volk, terwijl ze hem de schipbreuk en haar verwonding en haar vermoorde vrienden verweet: welke steun zou er daarentegen voor hem zijn, behalve (die) Burrus 5 en Seneca (gaven). Terwijl hij dezen liet wekken had hij ze onmiddellijk laten komen, terwijl ze wellicht ook van te voren op de hoogte waren. Dus was er van beiden een langdurige stilte, uit vrees dat ze vergeefs het zouden afraden, of ze geloofden dat het zover was gekomen dat, tenzij Agrippina de pas werd afgesneden, Nero moest sterven. Daarna handelde Seneca in zoverre sneller dat hij Burrus aankeek en informeerde of aan de soldaten de moord moest worden bevolen. Deze antwoordde dat de soldaten van de Praetoriaanse Garde verknocht waren aan het hele huis/familie van de keizers en nog denkend aan Germanicus niets gruwelijks tegen zijn dochter zouden durven: Anicetus moest zijn belofte uitvoeren. Deze 10 eiste zonder enige aarzeling de leiding van de misdaad. Bij deze uitspraak verklaarde Nero dat op deze dag (hem) de macht werd gegeven en dat de schenker van een zo groot geschenk een vrijgelatene was: hij moest snel gaan en mensen meenemen die het snelst bevelen uitvoerden. Hijzelf, toen hij gehoord had dat, gestuurd door Agrippina, Agerinus als bode was gekomen, voerde spontaan een toneelstukje op en gooide, terwijl hij zijn berichten overbracht, een zwaard tussen zijn voeten, en beval toen, alsof hij op heterdaad was betrapt, hem in de boeien te slaan, om de schijn te wekken dat zijn moeder de moord op de keizer beraamd had en uit schaamte over de ontdekte misdaad uit eigen beweging de dood had genomen/zelfmoord had gepleegd.