Hoofdstuk 42, oefening 229: De Horatii en Curiatii
Het is niet helemaal zeker, hoe Romulus gestorven is. Sommigen vermelden dat hij gesneuveld is, anderen dat hij in de hemel is opgenomen. Bij zijn dood besloten de vaderen dat het koningschap aan Numa Pompilius opgedragen moest worden, wiens rechtvaardigheidsgevoel en vroomheid in die tijd vermaard waren. Numa werd echter opgevolgd door de meest oorlogszuchtige van alle Romeinse koningen: Tullus Hostilius.
Zonder goede reden viel hij Alba Longa aan. Het gebeurde namelijk bij toeval, dat sommige Romeinen van Albaans land, Albanen echter van Romeins land buit meenamen. Door beide partijen werden er boden gestuurd om de zaken terug te eisen, maar Tullus deed alsof zijn boden door de Albanen geminacht waren.
Van beide kanten bereidde men zich met de grootste inspanning op een oorlog voor, die erg op een burgeroorlog leek, bijna als tussen vaders en zonen. Beide volken hadden immers hun oorsprong in Troje, omdat de stad Lavinium vanuit Troje ontstaan was, Alba Longa vanuit Lavinium en de Romeinen voortkwamen uit het volk der Albanen.
De Albanen voeren als eersten met een enorm leger een aanval uit op Romeins akkerland. Niet meer dan vijf mijl bij de stad vandaan slaan zij hun legerkamp op. In dit kamp sterft de Albaanse koning; de Albanen kiezen Mettius Fufetius als dictator. Intussen trekt Tullus, des te gemotiveerder voor de strijd door de dood van de koning, ‘s nachts met een vervaarlijk leger langs het legerkamp van de vijanden op naar Albaans gebied. Dit gegeven jaagt Mettius het kamp uit. Hij leidt zijn leger zo dicht mogelijk naar de vijand. Vervolgens, wanneer de beide slaglinies opgesteld staan, bericht hij Tullus, dat hij wil, dat de twee aanvoerders voor de strijd met elkaar spreken. Samen met een paar stafleden begeven de aanvoerders zich naar het midden. De Albaan begint: “Om je de waarheid te zeggen, Tullus, niet onrecht, dat wij kunnen verdragen, maar de lust naar macht drijft twee verwante en naburige volken tot wapengekletter. Het is van weinig belang, welk van beide volken zal overwinnen. Wanneer jij het teken voor de strijd geeft, bedenk dan, hoe groot aan de overzijde van de Tiber het Etruskisch belang is. Zij houden deze twee legerlinies in de gaten, om ons vermoeiden, overwinnaars en verliezers tegelijk, aan te vallen. En dus, als de goden ons liefhebben, laten wij zien, hoe zonder een grote slachtpartij, zonder veel bloedverlies van beide volken, bepaald kan worden, welk volk over het andere zijn gezag moet uitoefenen.
Deze woorden bevielen Tullus, hoewel hij zowel door zijn natuurlijke aanleg als door zijn hoop op de overwinning des te strijdlustiger was.
Toevallig waren er in beide legers drielingbroers aanwezig, noch in leeftijd, noch in kracht ongelijk aan elkaar. De Romeinse drielingbroers heetten de Horatii, de Albaanse de Curiatii. De koningen spreken met de drielingen af, dat zij ieder voor het eigen vaderland met het zwaard zullen strijden: “Daar zal de macht berusten, waar de overwinning behaald zal zijn.†Men heeft volstrekt geen bezwaar. Er wordt een verdrag tussen de Romeinen en de Albanen gesloten, dat dat volk, waarvan de onderdanen in dat gevecht wonnen, het andere volk in goede vrede zou besturen.
Na het sluiten van het verdrag grijpen de drielingen hun wapens en lopen naar het midden tussen de frontlinies. De twee legers hadden elk voor hun kamp plaatsgenomen. Nooit eerder was de macht over zovelen afhankelijk gemaakt van de moed van zo weinigen. Terwijl hun eigen burgers de drielingen met veel geschreeuw aanmoedigden, werd het teken gegeven.
Met gestrekte wapens stoven de jongemannen op elkaar af. Twee Romeinen sneuvelden, terwijl de drie Albanen gewond waren geraakt. Terwijl het Albaanse leger van blijdschap in gejuich was losgebarsten, hadden de Romeinse legioenen de hoop geheel opgegeven.
Rondom de Romein staan de drie Curiatii. Toevallig was hij ongedeerd, zodat hij, in zijn eentje geenszins opgewassen tegen drie, zich toch tegen elk apart woest teweer stelde. Daarom heeft hij gemeend een list te moeten gebruiken. Hij nam de vlucht en toen hij omkijkend zag dat de Curiatii hem op grote onderlinge afstand volgden, keerde hij terug met een forse aanval op de eerste, die niet veraf was. En terwijl het Albaanse leger de Curiatii aanspoort om hun broer te hulp te komen, heeft Horatius na het vellen van de eerste vijand reeds de tweede van de Curiatii gedood. Op het punt staande de derde te doden, riep hij uit: “Opdat de Romein over de Albaan heerst, zend ik deze naar de Tartarus.â€
Onder een enorm gejuich ontvangen de Romeinen de overwinnaar. De doden worden begraven. De legers zijn vervolgens naar huis weggevoerd. Voorop ging Horatius, de drievoudige wapenbuit voor zich uit dragend. Zijn zus, die de verloofde van een van de Curiatii was geweest, kwam hem voor de Porta Capina huilend tegemoet. De tranenvloed van zijn zus temidden van de overwinning en de grote openbare vreugde prikkelde het gemoed van de woeste jongeling. En dus trok hij zijn zwaard en doorboorde het meisje: “Ga weg vanhier naar je verloofde,†zei hij, “jij, die jouw broers vergeten bent en je vaderland! Laat zo elke Romeinse omkomen, die treurt om de vijand!†Gruwelijk scheen deze daad de vaderen en de plebs toe. De jongeman is naar de koning gesleurd en zou tot de doodstraf zijn veroordeeld, als zijn vader niet geklaagd had, dat hij zo op één dag van vier kinderen beroofd zou zijn. Het volk verdroeg de tranen van de vader niet en sprak de jongeman vrij, meer uit bewondering voor zijn moed dan vanwege het rechtsgevoel. Niet lang hield de Albaanse vrede stand. Nadat de volgende oorlog ontstaan was, hebben de Albanen het aangedurfd om onder leiding van Mettius de vijanden van de Romeinen te helpen. Zodanig verraad en trouweloosheid van de bondgenoten heeft Tullus zonder uitstel gewroken. Alba Longa werd verwoest; heel het volk werd naar Rome overgebracht. Twee wagens hebben het lichaam van Mettius gevierendeeld, terwijl allen hun ogen van een dergelijke aanblik afgewend hielden.
At tu dictis, Albane, maneres! Had u uw woorden maar gestand gedaan, Albaan! (Vergilius, Aen. 8.643)