Tekst 47 (versie 2)
Categorie: Boek > SPQR > Versie 1
Trajanus
Hadrianus Augustus, kort geleden door de senaat tot keizer gekozen, dacht na over zijn vader Trajanus, die kort daarvoor was overleden. Terwijl hij overwoog wat voor een man Trajanus geweest was, dacht hij: ‘Mijn vader was een zeer aanzienlijk vorst en echt een groot leider. Moge hij door het Romeinse volk goed herinnerd worden vanwege zijn mildheid, zijn dapperheid, zijn plichtsgevoel.

[8] Een machtig veldheer was hij ook: hij heeft de Germanen overwonnen, de Daciërs, de Parthen... Onder zijn regering is het Romeinse Rijk groter gemaakt dan in enige andere tijd. Toen hij de provincie Dacia had toegevoegd, heeft hij enkele legioenen naar het oosten geleid om Armenië te veroveren. Hij kwam bij de rivier de Tigris aan, zoals Alexander de Grote ooit had gedaan, en daar bleef hij staan. Terwijl hij twijfelde of hij verder moest gaan zei hij: "Alleen de goden weten wat er gevonden wordt aan de overkant van de Tigris. Wat moet ik doen? Moet ik nieuwe landen veroveren of moet ik hier de grens van het Romeinse Rijk plaatsen, om te voorkomen dat onze troepen tekort schieten?" Als hij een jongeman was geweest, zou hij misschien de rivier zijn overgestoken en door zijn gegaan naar India. Het was een belangrijke periode – was ik er maar bij geweest en had ik het maar gezien!

[22] Zelf heb ik helemaal niet besloten of het hoe dan ook noodzakelijk is om het rijk te vergroten met enkele nieuwe provincies. Het is immers voldoende duidelijk dat het Romeinse Rijk al zó wijd is, dat het nauwelijks bijeen gehouden wordt. Laat ik dus niet al te zeer mijn best doen voor militaire zaken. Ik zou een verdedigingsmuur in Britannia kunnen bouwen tegen de aanvallen van de Caledoniërs, maar ik zou het gelukkigst zijn, als ik een goede naam zou hebben op het gebied van kunst, als ik geprezen zou worden vanwege de beschaving van de stad, als ik een of ander monument zou oprichten, zo opvallend, dat het na vele eeuwen druk bezocht zou worden.

[32] Dit is zeker: het bestuur van het rijk is nu mijn taak. Ik ben immers door Trajanus als zoon aangenomen, zoals ooit door mij een of andere jongeman met een goed karakter uitgekozen zal worden, om mij op te volgen. Wat zal hij doen? Niemand weet het...