Hoofdstuk 40, oefening 221
regelmatige vorming van deponentia van de eerste, tweede en vierde conjugatie
1 hortabar : ik spoorde aan (hortor hortari hortatus sum)
2 conati sumus : wij hebben gepoogd (conor conari conatus sum)
3 vereberis : jij zal eerbiedigen (vereor vereri veritus sum)
4 morati sitis : dat jullie vertoefd hebben (moror morari moratus sum)
5 loquimini : jullie spreken / spreek (imp. mv) (loquor loqui locutus sum)
6 proeliatus : gestreden hebbend (M) (proelior proeliari proeliatus sum)
7 largiendus : mild geschonken moetende worden (largior largiri largitus sum)
8 miseritus esse : medelijden hebben (M) (misereor misereri miseritus sum)
9 minantium : bedreigend (mv 2, MVO) (minor minari minatus sum)
10 suspicatus es : jij hebt vermoed (M) (suspicor suspicari suspicatus sum)
11 proeliarentur : dat zij streden
12 coepissem : dat ik begonnen was
13 minati eramus : wij hadden bedreigd (M)
14 misereamini : dat jullie mededogen hebben / laten jullie mededogen hebben
15 abreptus erat : hij was weggerukt
16 hortemur : dat wij aansporen / laten wij aansporen
17 veritus eris : jij zal geëerbiedigd hebben (M)
18 patebit : het zal openstaan
19 loqueris : jij spreekt (korte e-klank) / jij zal spreken (lange e-klank)
20 adiunxero : ik zal hebben verbonden
21 largitus sit : dat hij mild geschonken heeft
22 conandus : gepoogd moetende worden (M)
23 impediris : jij wordt gehinderd
24 vereremur : dat wij eerbiedigden
25 morati essetis : dat jullie hadden vertoefd (M)
26 conferatur : dat het bijeengebracht wordt
27 suspicabor : ik zal vermoeden
28 miseriturus : mededogen zullende hebben (M)
29 differendus : moetende uitgesteld worden (M)
30 minabantur : zij bedreigden
31 loquereris : dat jij sprak
32 sustulerim : dat ik opgeheven heb (tollere)
33 hortati sint : dat zij aangespoord hebben (M)
34 morabamini : jullie vertoefden
35 conciebaris : jij werd opgehitst
36 suspicatus ero : ik zal hebben vermoed (M)
37 largire : schenk mild
38 praelatus : verkozen boven (M) (praeferre)
39 conaturus esse : te zullen pogen
40 proeliati sunt : zij hebben gestreden