De Republica 6a. Scipio en Masinissa halen herinneringen op
Categorie: Boek > Examenboeken > 2018: Cicero en Seneca
‘Toen ik naar Afrika was gekomen toen deze Manilius consul was, als krijgstribuun bij het vierde legioen, zoals jullie weten, was mij niets liever dan om Masinissa te ontmoeten, een koning met onze familie op goede gronden zeer bevriend. Zodra ik bij hem kwam, weende de oude man, mij omhelzend, en geruime tijd daarna keek hij omhoog naar de hemel, en:
“Ik betuig u dank” sprak hij, “hoogste Zon, en u overige (Hemel)goden, omdat ik, voordat ik uit dit leven vertrek, in mijn rijk en dit huis (een) Publius Cornelius Scipio zie, door juist wiens naam ik word verkwikt: zo/zózeer gaat nooit de herinnering aan die zeer goede/voortreffelijke en zeer onoverwinnelijke man uit mijn geest weg.” Daarna vroeg ík hem over zijn rijk, híj mij over onze staat, en toen we vele woorden over en weer hadden gesproken werd (zo) die dag door ons doorgebracht/besteed.’