AUC 1.56 (p.118, rr.218-224); Raadpleging orakel Delphi (2)
Doordat hij dus met opzet stompzinnigheid was gaan voorwenden [en] toestond dat hijzelf en het zijne (tot) buit voor de koning was, wees hij ook de bijnaam (van) Brutus (Stomkop) niet af, opdat die [grote] geest, [eens] de bevrijder van het Romeinse volk, onder de dekmantel van die bijnaam schuilend zijn tijd zou afwachten. Men zegt dat hij, door de Tarquinii toen meegenomen naar Delphi, feitelijk meer als voorwerp van spot dan als metgezel, een staaf goud, ingesloten in een tot dit doel uitgeholde stok van kornoeljehout, als geschenk voor Apollo heeft meegebracht, indirect een symbool van zijn karakter.