AUC 1.56 (p.117, rr.195-205); Bouwactiviteiten en kolonisatie
Geheel gericht op het voltooien van de tempel, gebruikte hij, nadat hij werklui van alle kanten uit Etrurië had laten komen, hiervoor niet alleen geld uit de staatskas maar ook arbeiders uit het volk. Hoewel dit op zichzelf niet lichte (kleine) werk werd toegevoegd aan hun krijgsdienst, maakte het volk er toch minder bezwaar tegen dat zij de tempels van de goden opbouwden met hun eigen handen dan toen zij ook naar andere werken werden overgebracht, weliswaar minder luisterrijk, maar van een heel wat grotere inspanning, (namelijk) het maken van zitplaatsen in de Circus en het aanleggen onder de grond van de Cloaca Maxima, het verzamelpunt van al het afvalwater van de stad; (aan) die twee ondernemingen heeft deze huidige luister nauwelijks enigszins kunnen evenaren (iets gelijk kunnen maken). Nadat het volk was afgemat door/(met) deze inspanningen, zond hij, omdat hij én meende dat hun menigte voor de stad, waar men [hen] niet kon gebruiken, tot last was én omdat hij wilde dat door het uitsturen van kolonisten de grenzen van het rijk verder verlegd werden, kolonisten naar Signia en Circei, een toekomstige bescherming voor de stad te land en ter zee.