AUC 1.7 (p.62, rr.93-99); Cacus rooft de runderen van Hercules (3)
Zodra hij zag dat ze allemaal naar buiten gekeerd waren en niet naar een andere kant leidden, begon hij verward en onzeker in zijn geest de kudde verder te drijven weg van de vijandige plaats. Toen daarop bepaalde koeien die weggedreven werden hadden geloeid, zoals dat gebeurt, uit het verlangen naar degenen die achtergelaten waren, deed het geloei dat uit de grot als antwoord weerklonk van de runderen die ingesloten waren Hercules omkeren. Hoewel Cacus had geprobeerd hem met geweld tegen te houden toen hij naar de grot kwam, is hij, door de knots getroffen, de steun van de herders tevergeefs aanroepend, gestorven.